Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En dat Gij hem [45]bezoekt in elken [46]morgenstond; dat Gij hem [47]in elken ogenblik [48]beproeft? 45. Te weten, met kastijdingen en straffen. Zie Gen.21:1. 46. Dit gedenkt hij voornamelijk om te tonen: I. dat God ons tehuis bezoekt met bijzondere zorg en naarstigheid; vergelijk Klaagl.3:23; II. dat God ons niet spaart, zelfs als wij meest in den arbeid zijn; III. dat niet alleen het midden en einde, maar ook het begin onzes levens en onzer werken aan veel lijden onderworpen is; Ps.88:16, en Ps.90:9. 47. Dat is, dikwijls, doorgaans, onvoorziens, haastelijk. 48. Hoe God de Heere de zijnen beproeft, zie Gen.22:1.